Inleiding
Deze verplichte paragraaf geeft inzicht in en informatie over de lokale heffingen. Hieronder vallen de leges en belastingen. We geven inzicht in beleidsontwikkelingen, de kostendekkendheid van de leges, de kosten van de heffingen en de opbrengsten van de heffingen.
Verder maken wij vergelijkingen van de lokale lastendruk met de regionale/landelijke lastendruk. Ook geven wij per belastingsoort en voor de leges de belangrijkste kenmerken en ontwikkelingen aan.
ALGEMEEN
Deze paragraaf geeft inzicht in diverse gemeentelijke heffingen.
Bij gemeentelijke belastingen wordt onderscheid gemaakt tussen:
- belastingen
- bestemmingsheffingen (waaronder leges)
Belastingopbrengsten zijn niet rechtstreeks te relateren aan bepaalde uitgaven in de begroting, terwijl dit bij bestemmingsheffingen wel het geval is.
De belastingopbrengsten dekken in 2023 ongeveer 7,26 % van de totale exploitatielasten. Inclusief de bestemmingsheffingen worden de totale exploitatielasten voor ongeveer 16,3% afgedekt.
BELEIDSUITGANGSPUNTEN EN ONTWIKKELINGEN
Om een sluitende begroting te kunnen houden, worden de loon- en prijsstijgingen doorberekend in de tarieven voor belastingen en heffingen. Voor sommige heffingen geldt dat maximumtarieven worden voorgeschreven door het Rijk. Dit is onder andere het geval bij de leges voor reisdocumenten en rijbewijzen. Soms spelen onze beleidsdoelstellingen een rol bij de bepaling van het tarief. Voorbeelden hiervan zijn de afvalstoffenheffing en de rioolheffing, hierbij hebben we het uitgangspunt dat met de opbrengsten de kosten volledig gedekt worden.
Voor de tariefontwikkeling ten opzichte van 2022 wordt verwezen naar de tabel 'gemiddelde lastendruk per gezin' in Best verderop in deze paragraaf.
In werking treden van de Omgevingswet is nu nog niet defintief
Op het moment van het opstellen van deze paragraaf is niet duidelijk wanneer de Omgevingswet in werking treedt. Zoals bekend heeft de invoering van de Omgevingswet gevolgen voor de wijze van legesheffing vanwege bouwactiviteiten en vanwege omgevingsaanpassingen.
De 1e Kamer der Staten-Generaal besluit begin november over de datum van de inwerking treding van de Omgevingswet. Dit gegeven maakt het niet mogelijk voor de Raad om te besluiten over de legesverordening voorafgaand aan de begrotingsbehandeling 2023 op 7 november 2022. Besluitvorming door uw raad over de Belastingverordeningen 2023 vindt daarom plaats op 12 december 2022.
In deze paragraaf zijn de legesopbrengsten verwerkt op basis van de nu actuele wetgeving. Dit komt omdat er nu nog onvoldoende zicht is op de gevolgen voor de (leges)opbrengsten na invoering van de Omgevingswet. Vanwege invoering van de Omgevingswet vervallen leges, worden leges (milieu) toegevoegd, zijn leges voor zover mogelijk kostprijsdekkend opgezet, worden leges van verbonden partijen op basis van kostprijs doorberekend en verschuift mogelijk formatie. De financiële gevolgen na inwerking treding zijn nu nog niet te overzien, maar wordt via de planning & controlcyclus gemonitord en bijgesteld. Vooralsnog hebben we een inschatting gemaakt van het mogelijke financiële risico en is deze verwerkt in de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing.
KOSTEN VAN HEFFING EN INVORDERING
Er zijn diverse kosten die samenhangen met het heffen en invorderen van leges en belastingen. Hieronder vallen niet alleen de directe loonkosten, maar ook alle overige kosten die hiermee samenhangen. Het gaat dan om de kosten van heffing en invordering van de volgende belastingen en heffingen: onroerende-zaakbelastingen, precariobelasting, toeristenbelasting, reclamebelasting, afvalstoffenheffing en rioolheffing. Verder kan 1/3 van de lasten in het kader van de wet WOZ als kostenpost voor de heffing van belastingen en heffingen worden beschouwd (betreft een gezamenlijke uitvoering, ook voor de belastingdienst en het waterschap). De kosten voor het heffen en invorderen van de gemeentelijke belastingen en heffingen worden voor 2023 geraamd op € 109.000. De totale opbrengst van voornoemde belastingen en heffingen wordt in 2023 geraamd op € 14.800.000. De lasten voor heffing en invordering zijn daarmee ongeveer 0,73% van de geraamde opbrengst.
OVERZICHT GEMEENTELIJKE BELASTINGEN EN HEFFINGEN
Wettelijk is bepaald welke belastingen een gemeente mag heffen en welke heffingen een gemeente kan doen. Meestal mag de gemeente de hoogte van de tarieven bepalen. Bij een aantal heffingen geldt echter een beperking. Zo mogen de leges (per onderdeel) maximaal kostendekkend zijn. Daarnaast is voor een aantal tarieven in bijzondere wetten maximum tarieven opgenomen. Een bekend voorbeeld hiervan is de leges die we heffen voor het verstrekken van reisdocumenten en rijbewijzen.
Hieronder is een overzicht opgenomen van de belangrijkste gemeentelijke belastingen en heffingen met de bijbehorende opbrengsten (afgerond).
Opbrengsten belastingen, leges en heffingen
Werkelijk 2021 | Begroting 2022 | Begroting 2023 | |
Belastingen: | |||
Onroerende-zaakbelastingen | 6.013.000 | 6.626.000 | 7.126.000 |
Reclamebelasting | 51.000 | 67.000 | 68.000 |
Precariobelasting | 42.000 | 99.000 | 103.000 |
Toeristenbelasting | 82.000 | 109.000 | 111.000 |
Totaal belasting opbrengsten: | 6.188.000 | 6.901.000 | 7.408.000 |
Leges en heffingen: | |||
Leges titel 1 (o.a. leges burgerzaken, algemene plaatselijke verordening) | 652.000 | 589.000 | 764.000 |
Leges titel 2 (o.a. leges WABO en milieu) | 1.485.000 | 1.163.000 | 1.153.000 |
Leges titel 3 (o.a. leges voor evenementen) | 6.600 | 39.000 | 40.000 |
Marktgelden | 18.000 | 27.000 | 27.000 |
Afvalstoffenheffing | 3.813.000 | 4.227.000 | 4.575.000 |
Rioolheffing | 2.447.000 | 2.541.000 | 2.642.000 |
Lijkbezorgingsrechten | 9.600 | 4.100 | 4.100 |
Totaal leges en heffingen | 8.431.200 | 8.590.100 | 9.205.100 |
Totaal belastingen en leges en heffingen | 14.619.200 | 15.491.100 | 16.613.100 |
Gemiddelde lastendruk per gezin in Best (met eigen woning)
Belasting / heffing | Begroting 2022 | Begroting 2023 |
---|---|---|
Onroerende zaakbelasting | 346 | 369 |
Afvalstoffenheffing | 322 | 339 |
Rioolheffing | 177 | 182 |
Totale lastendruk Best | 845 | 890 |
* Tarieven 2022 cf Coelo atlas 2022, Ozb-tarief 2023 obv de gemiddelde landelijke woningwaarde in 2022 van € 409.000 en ons tarief van 0,0901%.
Vergelijking lastendruk meerpersoons huishouden Best in 2022 ten opzichte van de landelijke lastendruk meerpersoons huishouden
Best | Gemiddeld | Laagst | Hoogst |
---|---|---|---|
845 | 904 | 667 | 1.736 |
Vergelijking lastendruk Best in 2022 ten opzichte van de lastendruk omliggende gemeenten
Best | Eindhoven | Nuenen | Oirschot | Son en Breugel | Veldhoven |
---|---|---|---|---|---|
845 | 879 | 1.050 | 922 | 861 | 859 |
Toelichting ontwikkeling lastendruk
Uit de vergelijkingen voor 2022 blijkt dat de woonlasten voor meerpersoonshuishoudens in Best regionaal laag zijn. Landelijk gezien heeft Best op 89 gemeenten na de laagste woonlasten (totaal 349 gemeenten in 2022). De gemiddelde woonlast binnen de provincie Noord-Brabant was in 2022 € 841, de woonlasten van Best liggen nagenoeg op het gemiddelde.
Belastingcapaciteit
De belastingcapaciteit laat zien hoe de lastendruk zich verhoudt ten opzichte van de landelijk gemiddelde lastendruk. Dit is de lastendruk van het begrotingsjaar (2023) ten opzichte van de landelijk gemiddelde lastendruk in het voorafgaande begrotingsjaar (2022) uitgedrukt in een percentage. De belastingcapaciteit is: 890/905 x 100% = 98,3% (in 2022 96,3%).
Kostentoerekening en kostendekking
In het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten is voorgeschreven dat de totale geraamde legesopbrengst per titel de totale geraamde kosten per titel niet mogen overstijgen. Daarnaast is bepaald dat inzicht gegeven moet worden in de kostentoerekening voor de leges en heffingen.
Dit inzicht wordt gegeven in de onderstaande tabel:
Tabel kostentoerekening en kostendekking
Soort heffing | Taakveld | Directe | Indirecte | Totale | Totale | Saldo | % dekking |
---|---|---|---|---|---|---|---|
lasten | lasten | lasten | opbrengst | lasten | |||
Titel 1: leges algemene dienstverlening | |||||||
Leges burgerlijke stand | 0.2 | 36.000 | 29.000 | 65.000 | 54.000 | -11.000 | 84,0% |
Leges reisdocumenten | 0.2 | 398.000 | 113.000 | 511.000 | 485.000 | -26.000 | 95,0% |
Leges rijbewijzen | 0.2 | 108.000 | 58.000 | 166.000 | 137.000 | -29.000 | 83,0% |
Leges verstrekkingen BasisRegistratieSysteem | 0.2 | 142.000 | 9.000 | 151.000 | 8.000 | -143.000 | 5,5% |
Leges overige publiekszaken | 0.2 | 64.000 | 25.000 | 89.000 | 47.000 | -42.000 | 52,5% |
Leges APV | 1.2 | 172.000 | 154.000 | 326.000 | 34.000 | -292.000 | 10,5% |
Leges kabels en leidingen | 3.1 | 170.000 | 149.000 | 319.000 | 131.000 | -188.000 | 41,0% |
Totalen leges titel 1 | 1.090.000 | 537.000 | 1.627.000 | 896.000 | -731.000 | 53,4% | |
Titel 2: leges fysieke leefomgeving / | |||||||
omgevingsvergunningen* | |||||||
Vergunningen milieu | 7.4 | 181.000 | 10.000 | 191.000 | 13.000 | -178.000 | 7,0% |
Leges principeverzoeken | 8.1 | 86.000 | 89.000 | 177.000 | 16.000 | -161.000 | 9,5% |
Vergunningverlening ruimtelijke regelgeving | 8.3 | 582.000 | 277.000 | 859.000 | 1.140.000 | 281.000 | 133,0% |
Totalen leges titel 2* | 849.000 | 376.000 | 1.227.000 | 1.169.000 | - 58.000 | 95,2% | |
Titel 3: leges Europese dienstenrichtlijn | |||||||
Leges voor horeca, evenementen etc. | 1.2 | 147.000 | 133.000 | 280.000 | 40.000 | -240.000 | 14,5% |
Totalen leges titel 3 | 147.000 | 133.000 | 280.000 | 40.000 | -240.000 | 14.5% | |
Overige heffingen | |||||||
Marktgeld | 3.3 | 43.000 | 34.000 | 77.000 | 27.000 | -50.000 | 35,0% |
Rioolheffing | 7.2 | 2.402.000 | 279.000 | 2.681.000 | 2.681.000 | 0 | 100,0% |
Afvalstoffenheffing | 7.3 | 4.953.000 | 147.000 | 5.100.000 | 5.100.000 | 0 | 100,0% |
Lijkbezorgingsrechten | 7.5 | 9.000 | 4.500 | 13.500 | 4.000 | -9.500 | 29,5% |
Totalen overige heffingen | 7.407.000 | 464.500 | 7.871.500 | 7.812.000 | -59.500 | 99,2% |
Toelichting bij de tabel:
Bovenstaande tabel biedt inzicht in de mate waarin de lasten die ontstaan vanwege het heffen van leges gedekt worden door opbrengsten en in de totale mate van kostendekking van de leges.
Er is geen winststreven bij het heffen van leges, complementair ontstaat soms wel sprake van een overschot op een legesonderdeel. De oorzaak hiervan is dat bij het heffen van een legessoort niet gestuurd wordt op maximalisatie van opbrengsten. Bij de heffing van leges gaat het vooral om het bereiken van doelstellingen van ons, van het Rijk of van mede overheden.
Toch is het van belang om ook de financiële gevolgen te betrekken bij de heffing van leges. Enerzijds verwacht de wetgever dat ervoor gezorgd wordt, dat de totale legesopbrengsten die geïnd worden, de totale kosten vanwege het innen van deze leges niet overstijgen. Met andere woorden: de leges mogen in totaal maximaal 100% kostendekkend zijn.
Anderzijds leveren legesopbrengsten een belangrijke bijdrage aan het sluitend maken en houden van de begroting. Het is om deze reden belangrijk om een goede balans te zoeken tussen beleidsdoelstellingen, maatschappelijk acceptabele tarieven en de mate van kostendekking van de kosten van heffing en invordering van leges.
* De baten en lasten vanwege de leges die vallen onder titel 2, gaan wijzigen na invoering van de Omgevingswet. Dit overzicht gaat uit van legesheffing exclusief de gevolgen van de Omgevingswet.
DOELSTELLINGEN EN BIJZONDERHEDEN BELASTINGEN, LEGES EN HEFFINGEN
Hieronder worden de beleidsdoelstellingen en kenmerken van belangrijkste belastingen, leges en heffingen toegelicht. De aangepaste tarieven en grondslagen voor 2023 worden via het raadsvoorstel wat gaat over de belastingverordeningen op 12 december 2023 ter vaststelling aangeboden.
Onroerende-zaakbelastingen (OZB)
De OZB is voor veel gemeenten de belangrijkste inkomstenbron. Geheven wordt een eigenarenbelasting bij woningen en niet-woningen en een gebruikersbelasting bij niet-woningen. De opbrengst komt ten goede aan de algemene middelen van de gemeente. De bevoegdheid tot het heffen van de OZB is vastgelegd in de Gemeentewet.
Voor de berekening van de OZB in 2023 wordt de WOZ-waarde per waardepeildatum 1 januari 2022 gebruikt. Belastingplichtig is degene die op 1 januari van het belastingjaar eigenaar is van een woning of niet-woning en/of gebruiker van een niet-woning. Het belastbaar feit is de onroerende zaak (woning of niet-woning). Het tarief wordt uitgedrukt in een percentage van de WOZ-waarde.
Het is niet de bedoeling dat na vaststelling van deze programmabegroting een stijging of daling van de WOZ-waarden tot hogere of lagere opbrengsten van de OZB leidt. Dit betekent dat de tarieven pas definitief worden bepaald op het moment dat de WOZ-waarden per waardepeildatum 1 januari 2022 bekend zijn. Als de WOZ-waarden stijgen, dan daalt het tarief van de OZB, omgekeerd, dalen de WOZ-waarden dan stijgt het tarief van de OZB.
Voor 2023 zijn de OZB-tarieven geïndexeerd overeenkomstig de uitgangspunten uit deze begroting. Verder wordt in deze begroting in 2026 rekening gehouden met een (tijdelijke) tariefaanpassing boven op de geldende inflatiecorrectie van 4%. Deze extra indexering wordt ook toegepast in de periode van 2027 t/m 2029.
Er zijn 2 redenen om deze aanpassing door te voeren.
1. Wij ontvangen een algemene uitkering vanuit het Gemeentefonds van het Rijk. Bij het berekenen van deze uitkering gaat het Rijk er vanuit dat elke gemeente een basisbedrag int vanuit de OZB. De Rijksuitkering wordt gekort met deze basisopbrengst. Wij realiseren dus minder OZB opbrengst dan waarmee het Rijk rekening houdt bij de bepaling van de Gemeentefonds uitkering.
2. Vanwege ambities in de komende jaren, zijn de geplande extra opbrengsten uit de OZB noodzakelijk.
Reclamebelasting
Vanaf 2012 wordt in het zogenaamde ‘stimuleringsgebied’ reclamebelasting geheven. Dit gebied is gelegen in het centrum van Best. De reclamebelasting is ingevoerd op verzoek van een meerderheid van de ondernemers in het gebied. De bevoegdheid tot het heffen van de reclamebelasting is vastgelegd in de Gemeentewet. De belasting wordt opgelegd voor het hebben van een openbare aankondiging (reclame-uiting) die zichtbaar is vanaf de openbare weg. Belastingplichtig is de gebruiker van een onroerende zaak waarop en waarbij één of meer reclame-uitingen zijn aangetroffen.
Beleid reclamebelasting:
Er is een convenant afgesloten met de Stichting Centrummanagement. Inmiddels is een interim bestuur aangesteld om de lopende zaken te behandelen. Gezocht wordt naar een definitieve oplossing. De reclamebelasting blijft naast de subsidie voor het Centrummanagement de financieringsbron voor de manager en te organiseren activiteiten.
Precariobelasting
De precariobelasting is een algemene belasting die wordt geheven voor het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond. Bijvoorbeeld reclame-uitingen en luifels aan winkels, het plaatsen van containers, enzovoort. De opbrengst komt ten goede aan de algemene middelen van de gemeente. De bevoegdheid tot het heffen van de precariobelasting is vastgelegd in de Gemeentewet.
Beleid precariobelasting:
De belasting wordt gebruikt als algemeen dekkingsmiddel.
Toeristenbelasting
De toeristenbelasting is een algemene belasting voor overnachtingen binnen Best door niet-Bestenaren (of niet-inwoners). Het gaat om overnachtingen in hotels, pensions en dergelijke tegen een vergoeding in welke vorm dan ook. Via deze belasting dragen arbeidsmigranten en toeristen bij aan het voorzieningenniveau in onze gemeente.
De opbrengst komt ten goede aan de algemene middelen van de gemeente. De bevoegdheid tot het heffen van de toeristenbelasting is vastgelegd in de Gemeentewet. Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf. Het tarief is een vast bedrag per overnachting.
Beleid toeristenbelasting: De belasting is een algemeen dekkingsmiddel.
Afvalstoffenheffing
De functie van de afvalstoffenheffing is het dekken van de kosten die de gemeente maakt voor het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen. De afvalstoffenheffing is geregeld in de Wet milieubeheer. Het feit dat de gemeente verplicht is (wettelijke inzamelplicht als gevolg van artikel 10.11 van de Wet milieubeheer) om binnen het gehele gebied huisvuil in te zamelen is reden voor de heffing. Het belastbaar feit is het gebruik van een perceel waarvoor krachtens de Wet milieubeheer - artikelen 10.21 en 10.22 een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt. Afvalstoffenheffing moet worden betaald als een perceel feitelijk wordt gebruikt én de gemeente hier op basis van de wet verplicht is huishoudelijk afval in te zamelen.
Het tarief is een vast bedrag per jaar.
Beleid tarieven afvalstoffenheffing:
Uitgangspunt voor deze heffing is 100% dekking van de afvalinzamelingskosten.
Rioolheffing
De functie van de rioolheffing is het dekken van de kosten verbonden aan de inzameling en het transport van afvalwater. Daarnaast worden ook lasten voor de taken op het gebied van de afvoer van hemelwater en grondwaterbeheer uit de rioolheffing gedekt.
De bevoegdheid tot het heffen van de rioolheffing is vastgelegd in de Gemeentewet.
De heffing wordt opgelegd aan gebruikers van percelen van waaruit (afval-)water direct of indirect op de gemeentelijke riolering wordt afgevoerd. Het basistarief is een vast bedrag per jaar voor elke afgevoerde hoeveelheid afvalwater van 0 ten met 500 m³ (hieronder vallen alle huishoudens). Voor de afgevoerde hoeveelheid afvalwater boven de 500 m³ geldt per categorie een trapsgewijs relatief afnemend tarief.
Beleid tarieven rioolheffing:
Uitgangspunt is 100% dekking van de kosten verbonden aan de inzameling en het transport van afvalwater. Heffing vindt plaats bij percelen met een directe of indirecte rioolhuisaansluiting.