Paragrafen

Financieringsparagraaf

Inleiding

Deze paragraaf gaat in op de wijze waarop we met financiering omgaan in de komende periode. Onder financiering wordt verstaan het omgaan met financiële middelen (geld, leningen en beleggingen).

Het hebben van regels voor het omgaan met financiële middelen is belangrijk om:

  • duurzame toegang tot financiële markten tegen acceptabele condities te garanderen;
  • financieringsmiddelen te beschermen tegen ongewenste financiële risico’s, zoals renterisico's, koersrisico's, kredietrisico's en liquiditeitsrisico's;
  • kosten te minimaliseren die ontstaan als er financieringstekorten optreden;
  • renteresultaten te optimaliseren als er financieringsoverschotten zijn;
  • tijdig de betalingsverplichtingen te kunnen nakomen.

De regels die voor decentrale overheden voor het omgaan met financiële middelen gelden zijn vastgelegd in de wet Fido. Daarnaast zijn er lokale regels voor het omgaan met financiële middelen. Deze zijn vastgelegd in het Financieringsstatuut 2016.

Hieronder wordt eerst ingegaan op de externe (niet lokaal beïnvloedbare) ontwikkelingen. Vervolgens wordt aan de hand van diverse lokale omstandigheden en ontwikkelingen ingegaan op onze financieringssituatie.

Ontwikkelingen financiering

De belangrijkste externe ontwikkelingen waarmee we te maken hebben als decentrale overheid zijn de landelijke wetgeving en de ontwikkeling van de rente. Qua wetgeving worden er geen noemenswaardige wijzigingen verwacht. Wel ontwikkelt de rente zich sinds eind 2021 in opwaartse richting. Dit heeft gevolgen voor de wijze waarop wij met de ons toevertrouwde financieringsmiddelen omgaan. Hierop wordt verderop in deze paragraaf ingegaan.

Rentevisie

Voorgeschreven is dat elke decentrale overheid een rentevisie moet hebben. Het hebben van een goed inzicht in de renteontwikkeling, helpt bij het maken en onderbouwen van keuzes bij het nemen van nieuwe financieringsbeslissingen.

Hieronder is de actuele rentevisie grafisch weergegeven. Om de ontwikkeling te kunnen volgen is ook de werkelijke ontwikkeling van de rente opgenomen vanaf 2013.  De toekomstverwachtingen zijn gebaseerd op de gemiddelde verwachtingen van banken (bron gemiddelde renteverwachtingen: Thésor rentenotitie augustus 2022).

Ontwikkeling lange rente

Vanaf het 4e kwartaal 2021 is de lange rente gestegen. De stijging van de lange rente werd in eerste instantie veroorzaakt door een oplopende schaarste van energie en overige grondstoffen. Dit effect is nadien versterkt door het conflict tussen Rusland en Oekraïne. De hoogte van de rentes wereldwijd is met name gekoppeld aan de verwachte geldontwaarding (inflatie). Is deze hoog, dan zijn doorgaans ook de rentes hoog. Verwacht wordt dat de bovenmatige inflatie nog enige tijd aanhoudt. Daarmee wordt ook verwacht dat de rentes in de komende periode zich op hogere niveaus zullen bevinden dan we in de afgelopen periode gewend zijn geweest. Inmiddels beweegt de lange rente (referentierente 10 jaar) zich op een niveau van omstreeks 1,60%. De gemiddelde verwachting van vooraanstaande banken is dat de lange rente (referentierente 10 jaar) in 2023 verder stijgt tot een niveau van omstreeks 2,25%.

Ontwikkeling korte rente
Inmiddels stijgt ook de korte rente. De korte rente (referentierente 3 maands Euribor) wordt bepaald door de Europese centrale bank en is een belangrijk instrument om de inflatie te beteugelen. Gemiddeld wordt verwacht door vooraanstaande banken, dat de korte rente (referentierente 3 maands Euribor) stijgt van 0,25% per 1 augustus tot 2,10% medio 2023.

Conclusie rentevisie en renteontwikkeling

Bij nieuwe financieringsbeslissingen wordt rekening gehouden met de actuele rentevisie en de actuele financieringspositie.

Renteresultaat

Onderstaande tabel geeft inzicht in het renteresultaat:

Bedragen x € 1.000

Omschrijving:

2023

2024

2025

2026

a. Rente aangetrokken financieringen

-192

-186

-181

-175

b. Raming rente toekomstige financieringen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

c. Rente verstrekte financieringen

67

62

61

60

Rentesaldo financieringen (nadelig)

-125

-124

-120

-115

d1: Rentebaten vanuit grondexploitaties

0

0

0

0

d2: Correctie rentebaten van doorverstrekkingen

0

0

0

0

Rentesaldo na directe toerekeningen (nadelig)

-125

-124

-120

-115

e1: -/- rente over eigen vermogen

0

0

0

0

e2: -/- rente over voorzieningen

0

0

0

0

Rentesaldo (nadelig)

-125

-124

-120

-115

f. toegerekende rente aan taakvelden (via renteomslag)*

0

0

0

0

Nadelig renteresultaat 

-125

-124

-120

-115

* Boekwaarde activa (excl financiële vaste activa en excl voorraden GREX): 61.371 x € 1.000. De betaalde rente is gelijk aan 0,2% van de boekwaarde. Binnen een marge van 0,5% mag naar beneden worden afgerond, waardoor het niet nodig is om rente toe te rekenen aan de taakvelden.

Overzicht verstrekte en opgenomen leningen per 1-1-2023

Het overzicht verstrekte en opgenomen leningen kan worden onderverdeeld in 3 hoofdrubrieken:
A. Verstrekte leningen
Het betreft:

  • leningen in het kader van de publieke taak, boekwaarde per 1 januari 2023 € 0,45 miljoen, gemiddeld rendement 2,8% per jaar;
  • startersleningen, boekwaarde per 1-1-2023 € 1,0 miljoen, gemiddeld rendement 1,6% per jaar;
  • Zonnepanelen "De Groene Zone 1", verwachte boekwaarde per 1-1-2023 € 1,85 miljoen, rendement 1,35% per jaar over de boekwaarde;
  • Stimuleringsleningen, maximale boekwaarde per 1-1-2023 € 0,5 miljoen, rendement wordt bepaald op datum verstrekking;
  • De Groene Zone2.0 isolatie woningen, totaal beschikbaar € 5.2 miljoen, boekwaarde per 1-1-2023 p.m., rendement nog niet bekend.
  • Zonnepanelen "De Groene Zone 2",  € 1.825.000, boekwaarde per 1-1-2023 p.m., rendement nog niet bekend.

B. Financiële middelen met een korte rentevastperiode: ≤ 1 jaar:  

  • Per 1 januari 2023 wordt een financieringsoverschot verwacht van  € 35,5 miljoen.

C. Opgenomen leningen

  • Per 1 maart 2022 is een kasgeldlening opgenomen ter hoogte van € 7,5 miljoen, renteopbrengst 0,25% per jaar. Deze kasgeldlening loopt tot 1 maart 2023;
  • Per 8 maart 2022 zijn 2 lineaire langlopende geldleningen aangetrokken van € 10 miljoen elk, een met een looptijd van 30 jaar en een met een looptijd van 40 jaar. De rentelast is afgerond 1% per jaar.

Risicobeheersing financieringen

Risico’s worden beheerst door:

  • te beslissen op basis van een actuele liquiditeitsprognose;
  • het hanteren van een actuele rentevisie;
  • te toetsen aan de kasgeldlimiet, ter beheersing van renterisico's op korte schulden;
  • te toetsen aan de renterisiconorm, ter beheersing van renterisico's op lange schulden;
  • het opvragen van meerdere offertes.

Liquiditeitsprognose

Bij een liquiditeitsprognose worden ingaande en uitgaande geldstromen in de tijd uitgezet.  Met behulp van een actueel en kwalitatief goed inzicht in het verloop van de geldstromen, wordt ingeschat hoeveel geld er op een bepaald moment nodig is. Deze informatie is bruikbaar voor het aantrekken of uitzetten van geld. Bovendien kunnen zo de rentelasten worden geminimaliseerd en renteopbrengsten worden gemaximaliseerd.
De kaders waarbinnen wij opereren zijn vastgelegd in de wet Fido (landelijke regelgeving) en in het Financieringsstatuut 2016 (lokale regelgeving).  
Op basis van de verwachte uitgaven en inkomsten wordt voor de periode 2022 tot 2024 de volgende ontwikkeling van de banksaldi verwacht:

                                     -/- = financieringstekort

Prognose per  (x € 1.000):

1-1-2023

1-1-2024

1-1-2025

1-1-2026

Saldo financieringsoverschotten / tekorten ( x € 1.000)

35.500

1.650

5.350

-/- 6.950

Conclusie:
Er wordt per 1 januari 2023 een financieringsoverschot verwacht van € 35,5 miljoen. In dit overschot is de aangetrokken geldlening van € 20 miljoen per maart 2022 begrepen. De ontwikkeling van het saldo financieringsmiddelen op hoofdlijnen is als volgt:

Uitgaven vanaf 2023 met een grote invloed op het financieringssaldo:
- wegbeheer 2023-2026 uitgaven € 16 miljoen inclusief btw,
- diverse scholen 2023-2025 uitgaven € 12,5 miljoen inclusief btw en
- het project Samengaan in 2025-2026 uitgaven € 23,7 miljoen inclusief btw.
- overige investeringen 2023-2026 € 21 miljoen inclusief btw.

Inkomsten vanaf 2023 met een grote invloed op het financieringssaldo:
- geraamd saldo inkomsten grondexploitaties € 30 miljoen.

Per saldo leiden de ontwikkelingen in deze begroting tot 2026 tot een afname van onze financieringspositie met ongeveer € 42,5 miljoen.

Renterisicobeheersing voor de korte termijn: de kasgeldlimiet

De kasgeldlimiet stelt een limiet aan het bedrag dat een gemeente aan leningen met een kortlopende rente (< 1 jaar) mag hebben. Bij een overschrijding van deze limiet van meer dan twee kwartalen, moeten leningen boven de limiet omgezet worden naar leningen met een langlopende rente (> 1 jaar). Leningen met een kortlopende rente hebben het kenmerk dat de rente relatief vaak opnieuw wordt vastgesteld. Elk renteherzieningsmoment is een risico, omdat de rente op de herzieningsmomenten hoger kan zijn. Door een lening met een kortlopende rente om te zetten naar een lening met een langlopende rente wordt het aantal renteherzieningsmomenten beperkt. Hierdoor wordt minder renterisico op de leningen gelopen.

De kasgeldlimiet is afhankelijk van het begrotingstotaal en het percentage dat door de landelijke overheid is vastgesteld. Het percentage is op dit moment 8,5% van het begrotingstotaal. Decentrale overheden zijn verplicht om de kasgeldlimiet aan de provincie te rapporteren.
Berekening kasgeldlimiet:
Begrotingstotaal 2023 (afgerond)   € 102.828.000
Percentage kasgeldlimiet       8,5%
Renterisiconorm              €   8.740.000

Conclusie:
Bij het aantrekken van financieringsmiddelen wordt getoetst aan de kasgeldlimiet. Hiermee worden renterisico's op de kortlopende financieringsmiddelen beperkt. In 2023 is sprake van financieringsoverschotten, daarom wordt verwacht dat de toegestane kasgeldlimiet in 2023 niet wordt overschreden.

Renterisicobeheersing voor de lange termijn: de renterisiconorm

Renterisico's ontstaan bij het opnieuw vastzetten van de rente (herfinanciering en/of het afspreken van een nieuwe rentevastperiode). Ter beheersing van dit risico heeft de wetgever bepaald dat in een jaar voor maximaal 20% van het begrotingstotaal de rente opnieuw kan worden vastgesteld. Doordat in een jaar maximaal 20% mag worden geherfinancierd, ontwikkelt de totale rentelast zich gelijkmatiger en worden schokken in de exploitatie voorkomen.

Decentrale overheden zijn verplicht op basis van deze renterisiconorm te rapporteren aan de provincie op basis van onderstaand model:

Modelstaat B: beheersing renterisico's op langlopende leningen
Bedragen x € 1.000

Stap

Variabelen berekening norm

2023

2024

2024

2025

1

Renteherzieningen op vaste schuld

0

0

0

0

2

Aflossingen

583

583

583

583

3 (1+2)

Renterisico

583

583

583

583

4

Renterisiconorm

20.565

20.565

20.565

20.565

5 (4-3)

Ruimte onder renterisiconorm

19.982

19.982

19.982

19.982

Berekening renterisiconorm:

Begrotingstotaal 2023 (afgerond)

102.828.000

Te hanteren % uitvoeringsregeling

20%

Renterisiconorm

20.565.000

Conclusie:
De aflossingen op de aangetrokken lening van 2 x € 10 miljoen in maart 2022, komen ten laste van de renterisiconorm. Dit heeft nauwelijks gevolgen voor onze capaciteit om te lenen in de toekomst.

Koersrisicobeheersing

Koersrisico’s worden uitgesloten door alleen transacties te verrichten waarbij de oorspronkelijke inleg gegarandeerd is en uitsluitend transacties te verrichten in de valuta Euro (€).

Conclusie:
Er wordt geen koersrisico gelopen.

Kredietrisicobeheersing

Nederland wordt, ondanks de gevolgen van de Covid-19 crisis door de erkende ratingagency’s S&P, Moody's en Fitch nog steeds gewaardeerd met een AAA rating. Dit is de hoogst mogelijke kredietwaardigheid.

Conclusie:
Het risico op het verlies van liquide middelen is gering.

Deze pagina is gebouwd op 11/10/2022 10:48:49 met de export van 11/10/2022 10:29:58